Daar gaat het (niet) om

Deze dagen van “Pride” word ik altijd wat moe van de berichtgeving en van de uitspraken van zowel trotse holebi’s als van de goedwillende maar totaal simpele heterobuitenwereld.

In principe, historisch gezien, ging Pride nooit om “het recht jezelf te mogen zijn”. Stonewall in New York, de Amsterdamse Dam, Compton Square in San Francisco, waar dan ook: Pride begon heel vaak met verzet tegen de repressie van de maatschappij, tegen smerissen die hun boekje te buiten gaan en geld of gratis seks eisen in ruil voor jou laten gaan. De potten en flikkers die met Pride (Christopher Street Day, Roze Zaterdag) begonnen waren altijd kritisch en zeer vaak niet de beschaafde mensen die aangaven het niet zo fijn te vinden niet zichzelf te kunnen zijn, maar janetten, nichten die door hun totaal anders zijn merkten dat er wel meer mis is met de maatschappij dan alleen niet van homo’s houden. De camonionneuses (potten) en zwarte en puertoricanse queens en transenDaar zit wel een seksuele drijfveer bij, maar niet in de zin dat we zo wilden zijn als de heteroseksofiele hypocriete meerderheid.

Neoliberaal

Intussen zijn de tijden veranderd. We leven in een neoliberale privatiserende en garanties afbrekende maatschappij die al sinds het einde van de jaren 1970 (in Nederland met van Agt, Groot-Brittannie met Thatcher, VS met Reagan) begon. Een staat die mensen tegen elkaar uitspeelt en verzet tegen die opgelegde individualisering “linkse hobby” noemt. Eind jaren zeentig kwam al een enorme dwang tot eenvormigheid en homonormatiiteit op. Met homonormatviteit bedoel ik een eenheidsworst gericht bepaalde gedrageingen, een redeijk eenduidige subcultuur. Kijk naar de androgyniedwang voor lesbo’s in de jaren 70 en de huidige ‘lipsticklesbo’ wat zeker niet alleen vrijwillig is want butch is nog stteeds taboe. Onder de mannen is het zaak zoveel mogelijk een monogame middenklassestijl te ambiëren. Bi’s worden geacht keurig serieel monogaam te zijn maar dan met evt. geschillende genders/geslachten. En transgenders, die staan per definitie in het teken van hun eigen opheffing, een identiteit die niet mag bestaan behalve tijdelijk gedurende de Transitie van hokje A naar hokje B, daarna gaarne weer inblenden. De homonorm laat ook weinig ruimte voor afwijking, waarmee radicale nichten en andere ‘monsters’ keurig buiten de categorieën gehouden worden.

Net als groot deel van de holebi-wereld denkt de goedwillende buitenwereld, die bijvoorbeeld vrijwilliger wordt bij holebi manifestaties uit solidariteit met het zo-zijn van hun kind of vriend/in dat het gaat om “gewoon jezelf kunnen zijn” en als we de rechten daarop binnen hebben is alles in orde. Dan hoeven we toch niet meer zo anders te doen, kunnen we toch ook gewoon trouwen? Dan is iedereen blij. Zijn we goede buren maar neuken we toevallig iemand die net zo in elkaar zit als wijzelf in plaats van ‘de’ ander. Dat soort (klein)burgerlijkheid is ernstig. De drang tot eenheidsworst verstikt andere initiatieven en leidt ertoe dat het overgrote deel van de holebi jongeren vooral “gewoon” wil zijn, heel hard niet opvallen. En die solidaire hetero’s zullen er niet tegen in gaan. Die hebben hun leven lang geleefd langs een liniaal, zien seksueel buiten de deur eten als probleem.

Eenheidsworst

Tegelijk werkt die eenheidsworst niet, want je wordt er evengoed wel uitgemikt. Waar de overheid haar best doet je burgerrechten te regelen, wordt je er aan de andere kant even hard uitgeschopt als alle anderen want evenmin als hen verzet jij je tegen het vraatzuchtige systeem van Meer-Meer-Meer. In consumptie en in geld accumuleren. Want de overheid geeft bedrijven vrij spel in hun economisch gedrag als het maar leidt tot betere resultaten voor hen (die 1%). Dus wordt jij net zo hard gepiepeld als de rest en koop je geen cent voor je burgerrechten, kun je je verse huwelijk niet betalen want de bijstand is ook van 70% naar 50% geklapt een tijdje terug, de woningcorporatie wil je huis het liefst verkopen en omdat je pas het laatste jaar werkloos bent geworden, heb je geen recht op voldoende huursubsidie en ben je afhankelijk van je vriendingetje met een bijna minimumloon als docent aan de universiteit. Kortom: zelfs als je  je burgerrechten hebt, wordt je nog steeds verneukt. Dag uitzonderingspositie voor holebi’s.  Dag nichtencarnaval voor de grote wereld. Kortom: wat koop je nou voor je conformiteit?

Paradijs

Als je denkt dat je in een relatief paradijs leeft omdat homotolerantie (93% in Nederland!) een verplicht geloofsartikel voor de politiek is geworden, heb je niet erg opgelet. Dat geldt vooral als je wit bent. Een ander naar en verzwegen probleem: migrant en holebi, dat rijmt niet met het idee dat alle geweld en ellende van de Marokkanen en Turken afkomt. dat veel migrantenjongeren luid homofoob zijn, zegt niets over de homofobie onder witte jongeren. Zolang er niet principieel wordt duidelijk gemaakt dat holebi en trans vormen zijn van genderdiversiteit en compleet legitiem, en dat heterofilie eerder een afwijking is, duurt het nog wel even voor we er komen. In Amsterdam liggen de geweldsverhoudingen ca. half-half en hebben vooral te maken met angst voor niet mannelijk genoeg zijn. Dus is gender en gendernormen vooral het probleem. Daarom zijn er veel mer vormen van genderidentiteit en van genderexpressie nodig. En omdat genderdiversiteit overal voorkomt kan iedereen de vreugde ervan beleven en zitten we allemaal (de 99% in elk geval) in het zelfde schuitje en kunnen we het best voor elkaar opkomen.

transboot 2010

Pride is Nederland is burgerlijk. Net als het land zelf. Op Roze Zaterdag vond dit jaar weer alleen een infomarkt en wat concerten plaats. Geen “optocht”. De gotspe om het überhaupt een optocht te noemen en niet een demonstratie geeft aan hoe apolitiek men er over denkt. Aanvankelijk was de Amsterdamse Pride meer de feestelijke tegenhanger: lekker homosueel cultureel doen. Dat is aan het veranderen: Amsterdam wordt politieker, nog steeds erg mainstream en weinig pogingen de mainstream mee te slepen, maar Roze Zaterdag bakt er nog minder van en is de Stonewall oorsprong helemaal kwijt. Op de Pride walk in Amsterdam wordt opgeroepen tot het lef tonen anders te zijn en de druk van normaliteit te weerstaan. maar het is een vrolijke gebeurtenis dus niet te politiek, en sowieso moet die boodschap worden uitgedragen door de kopstukken van de holebi- en transorganisaties, en op een minder suffe manier. Wat nodig is, is een transformatie van de maatschappij. Democratie is echte representativiteit en kritisch denken over besluiten, de belangen van de onderliggende partijen, de minst geprivilegieerden, in de gaten houden. En het is nog een hele klus om daar zelfs maar op een deelvlak (LHBTI bijvoorbeeld) een begin mee te maken. Es gibt viel zu tun. Fassen wir sie an. ;o)