“Transseksueel” is gezeur

Het is nu al jaren dat een groep alleen ervarende en niet reflecterende groep transpersonen op hun beurt het begrip transseksueel in leven houdt. Met als argument dat zij, in tegenstelling tot andere transpersonen, de enigen zijn die echt lijden. En ik heb het gehad daarmee.
Men zegt: transseksueel is wie “helemaal” omgaat, het lichaam grondig, ook genitaal, laat aanpassen. Wie een nood, een behoefte heeft tot ‘complete’ aanpassing. Voor hen is transgender hooguit een synoniem voor transseksueel. Maar er zijn best een aantal problemen met het idee van transseksueel. Los van de beperkende definitie ervan. Transseksueel kon in de jaren 1980 en 1990, daarna had het uitgestorven moeten raken.

Want het begrip transseksueel vindt zijn basis in psychiatrische classificaties. En de professionals die deze classificaties gebruiken hebben allemaal zo hun ideeën wat een geslaagde gendertransitie inhoudt.

Als je iets verder kijkt dan je transseksuele neus lang is, dan kun je ontdekken dat heel veel mensen – ook in onze buurlanden – alleen hun papieren kunnen veranderen, alleen hun lichaam aan hun behoeftes kunnen aanpassen, als ze akkoord gaan met de diagnose transseksueel.

Waar komt “transseksueel” vandaan? Wat beschrijft het?

Transseksueel is vooral dankzij Harry Benjamin bekend geworden. Zijn boek The Transsexual Phenomenon uit 1966 is jaren lang de Bijbel voor transmensen geweest. Wie het als een handboek, een how-to, gebruikte, was bijna zeker van acceptatie door behandelaars voor een geslachtsaanpassende behandeling. Als je je daarbij ook nog decent vrouwelijk gedroeg en als hetero afficheerde zat je goed. En in tijden van zeer strenge selectie geldt dat je alles doet om er doorheen te komen.

Heden ten dage is dat wereldwijd nog steeds een probleem. Er zijn maar een paar landen waar de regels om van gender/geslacht te mogen veranderen (wettelijk dus, qua paspoort en geboorteakte) “redelijk” zijn of zelfs goed en conform mensenrechten. Dan heb je het over Argentinië als eerste (2012), Ierland (2014), Malta (2015), Noorwegen (2016), Denemarken (2014), Colombia (2014), … Nee, Nederland staat er niet bij want de senaat was overwegend te transfoob om te geloven dat genderkinderen serieus zijn en het echt weten van zichzelf. En in Wit-Rusland is psychiatrische observatie op een gesloten afdeling een voorwaarde om (wettelijk en wettig) van geslacht te mogen veranderen.

Dat “genderidentiteitsstoornis”, met specificaties als transseksualiteit, in psychiatrische (afdelingen van) classificaties staat, tegelijk is binnengekomen met het verdwijnen van homoseksualiteit, geeft aan dat het de dames en heren medici en psycho-professionals te doen was om genderdeviatie, afwijking van de gendernorm. Eerst was homo-zijn verdacht en ziekelijk, nu geldt dat nog steeds voor transgender. En de verandering voor de ICD-11 (enige echte gezaghebbende universele classificatie, wetenschappelijk verantwoord) is ook nog niet helemaal zeker. Noch afdoende.

Gegeven bovengenoemde voorwaarden is het niet raar dat mensen zich transseksueel zijn gaan noemen. Maar nu we ons breed aan het emanciperen zijn, en we al een tijd transgender als eigen term hebben, wordt het tijd ons te bevrijden van een diagnose die ons allerlei kwalen aanpraat.

Zoals de holebi’s (homo’s, lesbo’s en bi’s) zich na depathologisering flink hebben geëmancipeerd, is het tijd dat we dat als transgenders ook eindelijk gaan doen. En dat we beseffen dat onze individuele nood tot het aanpassen van ons lichaam voor een heel groot deel voorkomt uit minderheidsstress: omdat we ons anders voelen worden we niet geaccepteerd en krijgen we allerhande stressverschijnselen. Zodra men ons ook leest als man of vrouw, accepteert men ons ook meer. Maar diverse groepen transmensen die om verschillende redenen niet een heel lichaamsaanpassend proces kunnen of willen ingaan, worden niet geaccepteerd voor wettelijke verandering. En trans-zijn zonder litteken is nog steeds verdacht in Nederland dan ben je niet echt.
Transseksueel is een term die een onderdrukkende helper ons heeft aangeleerd. In feite is het gaslighting: vertellen dat het niet klopt wat je voelt, het moet fout zijn, het is cissplaining want zij weten het natuurlijk beter.

Volledige verandering

De oude wet in Nederland (RIP 2015) eiste nog een zo volledig mogelijke aanpassing aan het andere geslacht. Men eiste dus een overstap, dissidente lichamen konden niet, waren outlawed, buiten de wet gesteld. Nu niet meer. De wetgever vindt dat je dat niet maag eisen. En aangezien de hetero-norm toch juridisch al 15 jaar geleden een gevoelige slag is toegebracht middels de openstelling van het huwelijk voor stellen van ‘hetzelfde geslacht’, is het juridisch ook niet meer zin vol (of consequent om wel aanpassing van translichamen te eisen. Niet dat de wetgever nu helemaal om is, want de staatscommissie meerouderschap heeft toch paal en perk willen stellen aan het aantal ouders (vier maximaal) en heeft niets substantieels gezegd over transgender, een gemiste kans. De angst van de wetgever is verschoven naar kinderen, conform de morele paniek sinds de jaren 1980. Om hen te beschermen moet er heel paternalistisch een deskundige kijken of we wel weten wat we willen. Voor de kinderen moet er een diagnose komen die genderdiversiteit als pathologisch labelt. Want er is geen enkele medische reden om pre-puberale kinderen te behandelen.

De enige “volledige verandering” die goed is, is het volledig afschaffen van genderregistratie. Het hoort de staat niet te interesseren wat voor lichaam wij hebben. Uit het oogpunt van biopolitiek en volksgezondheid is er een interesse in gezonde mensen. Maar dat wordt begrensd door ieders recht op autonomie. Op dezelfde grond moet de staat zich ook niet tegen abortus aan bemoeien behalve zorgen dat dat veilig kan (en veiliger, lichaamsvriendelijker methoden van preventie stimuleren).

Tegen een derde gender, voor afschaffing van de registratie

Genderregistratie (in het geboorteregister) is er niet omdat de mensen dat zo leuk vinden. Die is er gekomen voor het kunnen scheiden van mannen en vrouwen voor de militaire dienstplicht. En een voortdurend resultaat van die scheiding is de ongelijke beloning van mannen en vrouwen (anderen bestaan niet maar worden nog ongelijker beloond zodra ze worden herkend). Genderregistratie is er niet voor ons. Dus moeten we hem ook niet willen. We moeten hem willen afschaffen. Derde gender is eigenlijk onzin. Want dat gaan ze zien als telbaar derde, en kan aangevuld met een vierde en vijfde. En wie weet wat voor ongelijkheden daar nu weer uit voortkomen. De overheid is niet perse onze beste vriend. Ze heeft het erover dat je je moet invechten in de maatschappij, wil meer bevoegdheden voor politie en inlichtingendiensten zodat die als het fout gaat ons extra makkelijk kunnen opsporen. Ons, want we zijn niet allemaal brave witte ons-nergens-mee-bemoeiende burgers. Ook transmensen moeten Signal gaan gebruiken i.p.v. Whatsapp, als je privacy je lief is. Hoe minder de overheid van je weet, des te beter.

Be whoever you want to be. Maar waarom wil je een definitie van anderen gebruiken als we eigen hebben; talloze eigen inmiddels! Er is genderqueer en zoveel meer tegenwoordig). En vecht voor je recht, ons aller recht om te kunnen zijn zonder lastig gevallen te worden daarom.