Onze moraal

Dat ik stil ben zegt niet dat ik in ledigheid leef (niet dat wie mij kent dat überhaupt zou denken ;o). Ik ben gewoon bezig met denken en werken en zo. Waar ik op achtergrond het hardst mee bezig ben  is een alternatieve ontologie. Een ontologie van ons rechtssysteem, voor de rechtsfilosofie van mensenrechten en dergelijke.

Ik overweeg weer een genderstudies master te gaan doen over een paar jaar (eerder gaat niet lukken) en me daarop voor te bereiden. Mijn kennis is nog te veel hap snap en niet gegrond genoeg. Zoveel leuke banen zijn pas toegankelijk met academische titels. Al is er de kans dat ik enigszins als preciare academiker eindig: dan heb ik wel de kennis en vaardigheden :o). Elke keer dat ik mij in de academische wereld begeef voel ik me weer thuis: hier wordt geredeneerd, wat je in grote delen van de samenleving niet kunt zeggen. Pleurispopulisten.

Uiteraard voel ik met bijna iedereen die slim is en verantwoord denkt en leeft dat de de rechtse conservatieve neoliberale moreel-reactionaire wereld van nu niet klopt. Maar ik lees zo weinig gegronde alternatieve moraal. Sociale wetenschappen en genderfilosofie zijn leuk hoor. Maar ik mis echt de begronding, de beredenering van ons gelijk. Er is nietsmis met moraal. Hun moraal is niet de onze. Dat is iets anders dan dat we moraal overboord moeten zetten (Waar baseer je je ideeën van geod en fout anders op). En ik wil de onze ook goed beredeneerd hebben. En dan is het niet genoeg om Preciado, Haraway en Butler te lezen, of Foucault. Die vertellen allemaal te veel de mechanismen. Zoals Marx dat doet voor de economie, en na hem Mandel.  Dat blijft wat anders dan het beredeneren van je moraal. Het begronden van je rechtsfilosofie. Dat doe ik dus. Een interessante dissertatie “Sexual orientation: a human right”, van Eric Heinze helpt daar geloof ik goed bij. Misschien is het een tik die van m’n christelijke en theologisache verleden heb overgehouden, ik vind het van groot belang.

En dan ben ik nog praktisch bezig met queer dingen organiseren, netwerken, een (LGB)TIQ eenheid proberen te smeden. Om sterker te staan in de strijd voor onze rechten. En ons recht is m.i. ok een wereld waarin wij als andersen vrij en veilig kunnen leven. Zoals in de Ecuadoriaanse grondwet het recht op buen vivir (het goede leven) al is vastgelegd. En als zij het kunnen, moeten zij het ook kunnen.

Als je ook ideeën of kennis hebt over het waarom en de combinatie van queer ontologie en mensenrechtenmoraal, meld je. Dan kunnen we daar eens over samen denken.

En ondertussen luister ik naar Mercedes Sosa en Amparo Ochoa.

2 gedachten over “Onze moraal

  1. Jacqui B.

    Ik heb geen flauw idee of ik (toereikende) kennis heb over wat dan ook, maar ik zou graag meedenken.

  2. Frederique

    Tsja, is niet -juist- het hele beredeneren van gender de basis van de algemeen geldende theorie dat er slechts 2 genders zijn (en dat je -hooguit-, als er al iets met het gender “mis is”, een vrouw-in-mannenlichaam of man-in-vrouwenlichaam kunt zijn)?

    Gender en moraal hebben iets gemeenschappelijks: je kunt ’t voelen. Je voelt dat (en waar) je lichaam niet met je gender klopt. Je voelt dat het niet klopt als je het CDA hoort leuteren over normen en waarden en tegelijkertijd ziet dat ze -weer- een medische keuring willen toepassen op (in dit geval) Wah Jong-uitkeringen.

    Op het gebied van gender en moraal geldt maar 1 ding: je hebt gelijk omdat je het gevoel hebt dat je gelijk hebt. Een ander kan hetzelfde gevoel hebben, kan een ander gevoel hebben. Dat gevoel kun je (soms) beinvloeden met goed beargumenteerde verhalen of juist met verhalen met veel emoties: ’t is maar net wat je het meeste aanspreekt. (Ja, ik heb vandaag het CDA-congres life op TV gevolgd en ik vond het erg interessant om al die sprekers met al die verschillende aanpakken te zien).

Reacties zijn gesloten.